Kurzweil, II

Tijdens de afgelopen maanden heb ik de volgende 2 boeken gelezen:

Hoewel ze niet exact hetzelfde onderwerp behandelen, gaan beide boeken toch ongeveer over dezelfde onderwerpen: groei, vooruitgang en de toekomst. Maar het is frappant om achteraf stil te staan bij de vraag hoe verschillende auteurs op basis van ongeveer hetzelfde bronmateriaal (en in beide boeken beslaan de referenties en voetnoten ongeveer een kwart van het boek) toch tot totaal verschillende conclusies kunnen komen.

Smil gaat er telkens vanuit dat elke groei eindig is en dat een exponentiële groei maar mogelijk is door verschillende sigmoidale groeicurves die elkaar snel opvolgen maar dat die groei op een dag toch door een enkele asymptoot zal begrensd worden. Kurzweil daarentegen heeft het niet zomaar over exponentiële groei maar over steeds versnellende exponentiële groei.

De conclusies die Kurzweil uit zijn observaties trekt zijn zeer verregaand. Zo plakt hij een concrete datum (het jaar 2045) op het moment wanneer de biologische mens zal vervangen worden door een biologisch-mechanisch-robothybride. En zo gelooft hij ook dat iedereen die zijn leven kan rekken tot die datum eigenlijk onsterfelijk zal worden. Ondertussen is zijn boek ongeveer 15 jaar oud en veel van zijn voorspellingen voor 2020 zijn niet uitgekomen. Wat natuurlijk kan betekenen dat ze nog zullen uitkomen, enkel later dan door hem voorspeld.

Beide heren hun wereldbeeld is echter volledig verschillend door de manier waarop ze naar de vooruitgang kijken. Op het vlak van klimaatverandering en hoe we daarmee om moeten gaan, komt dit op een pijnlijke manier tot uiting.

Enkele jaren (2011) na het verschijnen van zijn boek heeft Kurzweil in een interview gezegd dat we ons geen zorgen hoeven te maken over global warming.

“One of my primary theses is that information technologies grow exponentially in capability and power and bandwidth and so on. [] That is happening with solar energy — it is doubling every two years. And it didn’t start two years ago, it started 20 years ago. Every two years, we have twice as much solar energy in the world. [] So right now it’s at half a percent of the world’s energy. People tend to dismiss technologies when they are half a percent of the solution. But doubling every two years means it’s only eight more doublings before it meets a 100 percent of the world’s energy needs. So that’s 16 years. We will increase our use of electricity during that period, so add another couple of doublings: In 20 years we’ll be meeting all of our energy needs with solar, based on this trend which has already been underway for 20 years.”

Toch enkele bedenkingen:

  • de laatste jaren is er eerder 3 jaar nodig om de zonnecapaciteit te laten verdubbelen
  • er is meer energiegebruik dan enkel om electriciteit te genereren
  • voor vele energie-intensieve industrietakken (naast electriciteit) zoals staal, cement, kunstmest, scheepvaart en luchtvaart is er nog geen oplossing om zonne-energie te gebruiken

Smil daarentegen gelooft niet in snelle veranderingen (een van zijn uitspraken is dat de 20e eeuw – en niet de 19e eeuw – die van steenkool was, en dat de 21e eeuw op weg was/is om die van aardgas te worden). Dit drijft hem naar een zeer negatieve kijk op de toekomst. Op zijn meest optimistisch klinkt hij als volgt:

“In contrast, it is not difficult to offer a very different scenario that, while not highly likely, is not implausible. African fertilities decline much faster than expected. Indian population growth decelerates rapidly. Rest of the world sees population stagnation and declines. Aging populations consume less and this, in combination with relative dematerialization, eases the burden imposed on the biosphere. Economic growth moderates while advances in energy conversion and storage usher in affordable all-electric or hydrogen economies. Natural ecosystems begin their comeback, as forests have already done in Europe and parts of North America. I wish all of this came to pass as rapidly as possible – but acting as responsible risk minimizers we cannot simple hope for low-probability outcomes.”

Dus waar de ene auteur beweert dat we ons helemaal geen zorgen hoeven te maken over de opwarming van de aarde, zegt de andere dat het meest plausibele scenario is, dat we te laat gaan zijn om onze manier van leven te veranderen en dat we dus een rampscenario tegemoet gaan.

Laten we werken aan de “low-probability outcome”.

Global Warming

“Now Penny was going through the first-visit routine with the patient, and while waiting Dr. Haber gazed again at the mural and wondered when such a photograph had been taken. Blue sky, snow from foothills to peak. Years ago, in the sixties or seventies, no doubt. The Greenhouse Effect had been quite gradual, and Haber, born in 1962, could clearly remember the blue skies of his childhood. Nowadays the eternal snows were gone from all the world’s mountains, even Everest, even Erebus, fiery-throated on the waste Antarctic shore. But of course they might have colored a modern photograph, faked the blue sky and white peak; no telling.

Ursula Le Guin, The Lathe of Heaven, 1971